niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „uitspraak“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

uit·spraak <uit|spraken> [œytsprak] RZ. r.ż.

1. uitspraak (wijze van uitspreken):

uitspraak
Aussprache r.ż.

2. uitspraak:

uitspraak (oordeel)
Urteil r.n.
uitspraak (beslissing)
Entscheidung r.ż.
ergens geen uitspraak over kunnen doen

3. uitspraak:

Aussage r.ż.
uitspraak (uitlating: uiting)
Äußerung r.ż.
uitspraak (uitlating: gezegde)
Ausspruch r.m.

4. uitspraak jur.:

uitspraak
Urteil r.n.
uitspraak (het uitspreken van vonnis)
uitspraak over 14 dagen
een rechterlijke uitspraak

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski