W Twojej przeglądarce jest wyłączona obsługa JavaScript. Jeśli obsługa JavaScript zostanie uaktywniona, będziesz miał możliwość korzystania z Trenera słownictwa PONS i innych funkcji.

niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „vanwaaruit“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników

van·waar: przysłówek
waar·uit: przysłówek
van·uit: przyimek
daar·uit: przysłówek
van·daar: przysłówek
on·waar·dig: przymiotnik i przysłówek
ven·ster·ruit: rzeczownik
on·der·uit: przysłówek
voor·ruit: rzeczownik
ach·ter·uit: przysłówek
win·kel·ruit: rzeczownik
aan·waai·en: czasownik
in·waarts: przymiotnik i przysłówek
on·waar·heid: rzeczownik

Widzisz podobne wyniki: waaruit , vanwaar , onwaardig , vandaar , daaruit , vanuit , vensterruit , onwaarheid , inwaarts , aanwaaien , winkelruit , achteruit , voorruit i onderuit

van·waar [vɑnwar] PRZYSŁ.

1. vanwaar:

vanwaar (plaats van herkomst: ergens vandaan zijn)

wo

vanwaar (plaats van herkomst: ergens vandaan komen)

woher

2. vanwaar (plaats vanwaar een handeling uitgaat):

3. vanwaar (om welke reden):

woher

warum

vanwaar die onzekerheid?

woher diese Unsicherheit?

waar·uit [warœyt] PRZYSŁ.

1. waaruit (vragend):

2. waaruit (betrekkelijk):

aus +C.

van·uit [vɑnœyt] PRZYIM.

1. vanuit (plaats van herkomst):

aus

von

vanuit de hele wereld

2. vanuit (plaats vanwaar een handeling uitgaat):

von … aus

von … her

vanuit het zuiden

3. vanuit (uitgaande van):

aus

von … aus

vanuit deze optiek

von diesem Gesichtspunkt aus

daar·uit [darœyt] PRZYSŁ.

daaruit kan men afleiden dat …

daraus kann man schließen, dass …

van·daar [vɑndar] PRZYSŁ.

1. vandaar (plaats):

von da [o. dort] (aus)

von da [o. dort] (her)

2. vandaar (oorzaak):

daher

on·waar·dig [ɔnwardəx] PRZYM.

hij is haar vertrouwen onwaardig

er ist ihres Vertrauens unwürdig

ven·ster·ruit <vensterruit|en> [vɛnstərœyt] RZ. r.ż.

vensterruit

Fensterscheibe r.ż.

on·der·uit [ɔndərœyt] PRZYSŁ.

1. onderuit (onder vandaan):

je jurk komt er onderuit

dein Kleid guckt unten raus

er niet onderuit kunnen przen.

nicht darum herumkommen

2. onderuit (omver):

um-

nieder-

onderuit liggen in een fauteuil

mit ausgestreckten Beinen in einem Sessel liegen

voor·ruit <voorruit|en> [vorœyt] RZ. r.ż.

Frontscheibe r.ż.

Windschutzscheibe r.ż.

ach·ter·uit³ [ɑxtərœyt] PRZYSŁ. (achterwaarts)

een pas achteruit

ein Schritt rückwärts

win·kel·ruit <winkelruit|en> [wɪŋkəlrœyt] RZ. r.ż.

Schaufensterscheibe r.ż.

aan·waai·en <waaide aan/woei aan, i. aangewaaid> [anwajə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. aanwaaien (zonder moeite eigen worden):

alles waait hem zomaar aan

alles fliegt ihm nur so an

2. aanwaaien (door wind):

kom nog eens aanwaaien

schau noch mal vorbei

laat op de avond kwam hij nog aanwaaien

spät am Abend kam er noch hereingeschneit

in·waarts¹ [ɪnwarts] PRZYM.

nach innen gerichtet

een inwaartse beweging

eine Einwärtsbewegung

on·waar·heid <onwaar|heden> [ɔnwarhɛit] RZ. r.ż.

Unwahrheit r.ż.

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski