Tłumaczenia dla hasła „aangebonden“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈHän·ge·bo·den RZ. r.m.

Hängeboden

hangzolder

Hängeboden

tussenverdieping

ˈun·ge·bun·den PRZYM.

ungebunden

ongebonden

ungebunden (zügellos)

losbandig

in ungebundener Rede LIT.

in proza

ˈan·ge·bo·ren PRZYM. MED.

angeboren

aangeboren

Heiterkeit ist ihm angeboren pot. przen.

hij heeft van nature een opgewekt karakter

sai·ˈson·ge·bun·den PRZYM.

saisongebunden

afhankelijk van het seizoen

ge·ˈbun·den [gəˈbʊndn̩] CZ.

gebunden im. cz. przeszł. von binden

Zobacz też binden

ˈbin·den <band, gebunden> [ˈbɪndn̩] CZ. cz. przech.

binden

binden

eine Krawatte binden

een das strikken

gebundene Preise

vastgestelde prijzen

gebundene Rede

gebonden stijl [o. poëzie]

die Suppe binden

de soep binden

Blumen zu einem Kranz/Strauß binden

van bloemen een krans/boeket maken

ˈerd·ge·bun·den PRZYM.

erdgebunden

met de aarde verbonden

erdgebunden

aards

ˈein·ge·mein·den [ˈ͜aingəm͜aindn̩] CZ. cz. przech.

eingemeinden

(in een grotere gemeente) inlijven

ˈab·bin·den CZ. cz. przech. niereg.

1. abbinden (losbinden):

abbinden

losmaken

abbinden

losbinden

2. abbinden (abschnüren):

abbinden

afbinden

abbinden

afsnoeren

3. abbinden (zusammenbinden):

abbinden

samenbinden

4. abbinden GASTR.:

abbinden

binden

per·ˈso·nen·ge·bun·den PRZYM.

personengebunden

persoonsgebonden

personengebunden

individueel

ver·ˈtrags·ge·bun·den PRZYM.

vertragsgebunden

gebonden aan een verdrag [o. contract]

ˈwei·sungs·ge·bun·den PRZYM.

weisungsgebunden

aan (de) voorschriften [o. orders] gebonden

ˈun·ein·ge·stan·den PRZYM.

uneingestanden

zonder het te willen bekennen [o. toegeven]

uneingestanden

onderdrukt

uneingestanden

verzwegen