Tłumaczenia dla hasła „geestrijk“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈSee·stra·ße RZ. r.ż.

Seestraße

zee(water)weg

Seestraße

zeeroute

Seestraße

scheepvaartroute

ˈSee·stück RZ. r.n. SZT.

Seestück

zeestuk

Seestück

zeegezicht r.n.

Seestück

marine

ge·ˈstri·chen¹ [gəˈʃtɪçn̩] PRZYM.

ein gestrichener Löffel

een afgestreken lepel

ein gestrichenes Maß

een volle maat

gestrichen voll

helemaal [o. tot de rand (toe)] vol

gestrichen voll

overvol

gestrichen voll

op

gestrichen voll

ten einde

ge·ˈstrit·ten [gəˈʃtrɪtn̩] CZ.

gestritten im. cz. przeszł. von streiten¹, streiten²

Zobacz też streiten , streiten

ˈstrei·ten² <stritt, gestritten> [ˈʃtr͜aitn̩] CZ. cz. zwr.

1. streiten:

streiten

ruzie maken [o. hebben]

streiten

twisten

streiten

kibbelen

streiten

ruziën

2. streiten:

streiten

(rede)twisten

streiten

disputeren

wenn zwei sich streiten, freut sich der Dritte przysł.

als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen

ˈstrei·ten¹ <stritt, gestritten> [ˈʃtr͜aitn̩] CZ. cz. nieprzech.

1. streiten:

streiten

ruzie maken

streiten

twisten

streiten

kibbelen

streiten

ruziën

die streitenden Parteien PR.

de tegenover elkaar staande partijen

die streitenden Parteien PR.

de procespartijen

2. streiten:

streiten

(rede)twisten

streiten

disputeren

darüber lässt sich streiten

daar valt over te twisten

3. streiten podn. przen.:

streiten

strijden

streiten

vechten

ˈRest·ri·si·ko RZ. r.n.

Restrisiko

resterend risico r.n.