Tłumaczenia dla hasła „stemfie“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈstem·men¹ [ˈʃtɛmən] CZ. cz. nieprzech. (Skifahren)

stemmen

een remboog maken

steif [ʃt͜aif] PRZYM.

1. steif a. NAUT.:

steif (starr)

stijf

steif (starr)

stram

steif (starr)

houterig

steif przen. a. (gezwungen)

gedwongen

steif przen. a.

stijfjes

steif und fest pot.

bij hoog en bij laag

2. steif (erigiert) a. NAUT.:

steif

stijf

steif

stevig

steif

strak

eine steife See

een woelige zee

3. steif pot. (stark):

steif

sterk

ein steifer Grog

een sterke grog

halt(e) die Ohren steif! pot.

hou je taai!

halt(e) die Ohren steif! pot.

laat je niet kisten!

steil [ʃt͜ail] PRZYM.

1. steil (stark abfallend/ansteigend):

steil

steil ook fig.

steil aufgerichtet

rechtop

steil aufgerichtet

recht omhoog

2. steil pot. młodz. (toll, verrückt):

steil

geweldig

steil

tof

steil

te gek

ste·ˈril [ʃteˈriːl, st-] PRZYM.

steril (keimfrei)

steriel

steril (keimfrei)

kiemvrij

steril (unfruchtbar)

onvruchtbaar ook fig.

ˈste·tig [ˈʃteːtɪç] PRZYM.

1. stetig a. MAT. (konstant):

stetig

bestendig

stetig

gestaag

stetig

onafgebroken

stetig

constant

stetig

continu

2. stetig FIN. (fest):

stetig

vast

die Aktien tendierten stetig

de aandelen waren vast gestemd