Tłumaczenia dla hasła „direkter“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

di·rec·teur <directeur|en, directeur|s> [dirɛktør] RZ. r.m.

directeur

Direktor r.m.

algemeen directeur

Generaldirektor r.m.

mijnheer de directeur!

Herr Direktor!

di·rec·tief² [dirɛktif] PRZYM.

directief

direktiv

di·rec·tie <directie|s> [dirɛksi] RZ. r.ż.

1. directie:

directie (directeuren)

Direktion r.ż.

directie (directeuren)

Vorstand r.m.

directie (van een bedrijf)

Geschäftsleitung r.ż.

2. directie:

directie (bestuur)

Leitung r.ż.

directie (van een bedrijf of vereniging)

Geschäftsführung r.ż.

directie (van een school)

Direktorat r.n.

onder zijn directie

während seiner Amtszeit als Direktor

ka·rak·ter <karakter|s> [karɑktər] RZ. r.n.

1. karakter (aard, wezen, kenmerk):

karakter

Charakter r.m.

een tijdelijk karakter hebben

von vorübergehender Art sein

karakter tonen

Charakter zeigen [o. beweisen]

het karakter van een volk

der Volkscharakter

2. karakter (letter, figuur):

karakter

Schriftzeichen r.n.

Chinese karakters

chinesische Schriftzeichen l.mn.

di·rect¹ [dirɛkt] PRZYM. (rechtstreeks)

direct

direkt

direct

unmittelbar

een directe actie

eine Sofortaktion

directe belastingen econ.

direkte Steuern

een linkse directe (boksen)

eine linke Gerade

directe kosten

direkte [o. unmittelbare] Kosten

in de directe nabijheid

in unmittelbarer Nähe

de directe rede taalk.

die direkte Rede

de directe verkiezing

die Direktwahl

hij is zeer direct

er ist sehr direkt