W Twojej przeglądarce jest wyłączona obsługa JavaScript. Jeśli obsługa JavaScript zostanie uaktywniona, będziesz miał możliwość korzystania z Trenera słownictwa PONS i innych funkcji.

niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „doorstorten“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników

Widzisz podobne wyniki: doorstoten , doorstarten , doortasten , volstorten , doorstromen , doorstrepen , doorstikken , doorsteken , doorstart i neerstorten

door·star·ten <startte door, h. doorgestart> [dorstɑrtə(n)] CZ. cz. nieprzech. ook przen.

doorstarten

ˈdoor·sto·ten¹ <stootte door/stiet door, i. doorgestoten> [dorstotə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. doorstoten (voortgaan met stoten):

2. doorstoten (doordringen, oprukken):

doorstoten gesch.

doorstoten tot de kern van de zaak przen.

bis zum Kern der Sache vordringen

neer·stor·ten¹ <stortte neer, h. neergestort> [nerstɔrtə(n)] CZ. cz. przech.

neerstorten (naar beneden storten, werpen)

hinunterstürzen

neerstorten (neerstortend uitladen)

puin/zand neerstorten

Schutt/Sand abkippen

de waterval stort zich uit de hoogte neer

der Wasserfall stürzt aus der Höhe hinunter

door·start <doorstart|s> [dorstɑrt] RZ. r.m.

1. doorstart (manoeuvre):

Durchstart r.m.

Durchstarten r.n.

2. doorstart (start):

Neuanfang r.m.

neue(r) Start r.m.

ˈdoor·ste·ken <stak door, h. doorgestoken> [dorstekə(n)] CZ. cz. przech.

1. doorsteken (door, in een opening brengen):

stecken durch +B.

2. doorsteken (een opening maken in):

doorgestoken kaart

eine abgekartete Sache

door·stik·ken <stikte door, h. doorgestikt> [dorstɪkə(n)] CZ. cz. przech.

doorstikken

door·stre·pen <streepte door, h. doorgestreept> [dorstrepə(n)] CZ. cz. przech.

doorstrepen

doorstrepen

ˈdoor·stro·men <stroomde door, i. doorgestroomd> [dorstromə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. doorstromen (woningen):

doorstromen

2. doorstromen onderw.:

doorstromen

überwechseln auf +B.

3. doorstromen (stromend door iets heengaan):

doorstromen

doorstromen

het verkeer laten doorstromen

den Verkehr fließen lassen

vol·stor·ten <stortte vol, h. volgestort> [vɔlstɔrtə(n)] CZ. cz. przech.

door·tas·ten <tastte door, h. doorgetast> [dortɑstə(n)] CZ. cz. nieprzech.

energisch auftreten

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski