Tłumaczenia dla hasła „hoeveel“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

hoe·veel [huvel] ZAIM. nieokr. zaim.

hoeveel

wie viel

hoeveel is het?

wie viel ist es?

hoeveel is het? (kosten)

wie viel macht es?

met hoevelen waren jullie?

zu wievielt wart ihr?

om hoeveel wedden we?

was gilt die Wette?

Przykładowe zdania ze słowem hoeveel

hoeveel maal?

wie viele Male?

hoeveel rekent u daarvoor?

wie viel wollen Sie dafür?

hoeveel is de schade?

wie hoch ist der Schaden?

om hoeveel wedden we?

was gilt die Wette?

hoeveel kost het? (bij het afrekenen)

was macht es?

hoeveel is het?

wie viel ist es?

hoeveel ben ik u verschuldigd?

wie viel bin ich Ihnen schuldig?

ongeacht hoeveel het inkomen bedraagt

ungeachtet der Höhe des Einkommens

met hoeveel man zijn we?

zu wievielt sind wir?

hoeveel ben ik u schuldig?

wie viel [o. was] bin ich Ihnen schuldig?

hoeveel keer gaat 3 in 15?

wie oft passt die 3 in die 15?

hoeveel kaarten liggen er op stok?

wie viel Karten liegen im Stock?

in hoeveel tijd kan men die weg aflopen?

wie viel Zeit braucht man zu Fuß für diese Strecke?

in hoeveel tijd kan men die weg afrijden?

in welcher Zeit kann man den Weg zurücklegen?