Tłumaczenia dla hasła „processen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

pro·ces·sie <processie|s> [prosɛsi] RZ. r.ż.

processie

Prozession r.ż.

een processie houden

eine Prozession veranstalten

pro·ce·de·ren <procedeerde, h. geprocedeerd> [prosəderə(n)] CZ. cz. nieprzech.

procederen

prozessieren

procederen

einen Prozess führen

pro·ces <proces|sen> [prosɛs] RZ. r.n.

proces

Prozess r.m.

iem een proces aandoen

jdm den Prozess machen

een proces aanspannen

einen Prozess anstrengen

een proces van vernieuwing

ein Prozess der Erneuerung

zonder vorm van proces

ohne jeden Prozess

pro·cent·te·ken RZ. r.n.

procentteken → percentteken

Zobacz też percentteken

per·cent·te·ken <percentteken|s> [pɛrsɛntekə(n)] RZ. r.n.

percentteken

Prozentzeichen r.n.

da·ta·pro·ces·sing [detəprosɛsɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

dataprocessing

Datenverarbeitung r.ż.

word·pro·ces·sing [wʏːrtprosɛsɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

wordprocessing

Textverarbeitung r.ż.

pro·ce·du·re <procedure|s> [prosədyrə] RZ. r.ż.

1. procedure (werkwijze):

procedure

Verfahrensweise r.ż.

volgens een nieuwe procedure te werk gaan

nach einer neuen Methode vorgehen

bij een sollicitatie de procedure volgen

sich bei einer Bewerbung an die übliche Verfahrensweise halten

2. procedure (proces):

procedure

Verfahren r.n.

de gerechtelijke procedure

das Gerichtsverfahren

pro·cent <procent|en> [prosɛnt] RZ. r.n.

procent

Prozent r.n.

tien procent korting

zehn Prozent Ermäßigung

er is tien procent kans dat …

die Chancen stehen eins zu zehn, dass …

voor honderd procent

hundertprozentig

pro·cen·tu·eel [prosɛntywel] PRZYM.

procentueel

prozentual

pro·cla·me·ren <proclameerde, h. geproclameerd> [proklamerə(n)] CZ. cz. przech.

proclameren

ausrufen

proclameren

proklamieren form.

een staking proclameren

einen Streik ausrufen

iem tot keizer proclameren

jdn zum Kaiser ausrufen

word·pro·ces·sor <wordprocessor|s> [wʏːrtprosɛsɔr] RZ. r.ż.

wordprocessor

Text(verarbeitungs)system r.n.

wordprocessor

Textverarbeitungsanlage r.ż.

pro·ces-ver·baal <processen-verbaal> [prosɛsfərbal] RZ. r.n.

1. proces-verbaal:

proces-verbaal (bekeuring)

Anzeige r.ż.

proces-verbaal (verkeersovertredingen ook)

Strafmandat r.n.

een proces-verbaal aan zijn broek krijgen pot.

einen Strafzettel verpasst bekommen

een proces-verbaal uitschrijven voor iem

Anzeige gegen jdn erstatten

een proces-verbaal uitschrijven voor iem

jdm ein Strafmandat erteilen

2. proces-verbaal (schriftelijk vastgelegd proces):

proces-verbaal

Protokoll r.n.

een proces-verbaal van een discussie in de Tweede Kamer

ein Sitzungsprotokoll der Zweiten Kammer

proces-verbaal opmaken van de getuigenverklaring

die Zeugenaussage zu Protokoll nehmen

het proces-verbaal van de terechtzitting

das Verhandlungsprotokoll

mi·cro·pro·ces·sor <microprocessor|s> [mikroprosɛsɔr] RZ. r.ż.

microprocessor

Mikroprozessor r.m.