Tłumaczenia dla hasła „sproeisysteem“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

eco·sy·steem <ecosy|stemen> [ekosistem] RZ. r.n.

ecosysteem

Ökosystem r.n.

sproei·en <sproeide, h. gesproeid> [sprujə(n)] CZ. cz. przech.

sproeien (begieten)

sprengen

sproeien (met voorzetsel)

besprengen

sproeien (bespuiten)

besprühen

sproeien (grote vlakte)

beregnen

de tuin sproeien

den Garten sprengen

sproei·er <sproeier|s> [sprujər] RZ. r.m.

1. sproeier:

sproeier (sproeitoestel)

Spritzgerät r.n.

sproeier (sproeitoestel)

Sprühgerät r.n.

sproeier (voor fijne druppels)

Zerstäuber r.m.

sproeier (voor grasveld)

Sprenger r.m.

2. sproeier:

sproeier (dop om vloeistof te verstuiven: klein)

Düse r.ż.

sproeier (dop om vloeistof te verstuiven: klein)

Sprühdüse r.ż.

sproeier (dop om vloeistof te verstuiven: groot: broes)

Brause r.ż.

de sproeier in een carburateur

die Vergaserdüse

sproei·wa·gen <sproeiwagen|s> [sprujwaɣə(n)] RZ. r.m.

sproeiwagen

Sprengwagen r.m.

sys·teem <sy|stemen> [sistem] RZ. r.n.

1. systeem:

systeem (stelsel)

System r.n.

systeem (ordening)

Ordnung r.ż.

een economisch systeem

eine Wirtschaftsordnung

kritisch tegenover het systeem

systemkritisch

daar zit geen systeem in

darin steckt kein System

daar zit geen systeem in

das hat kein System

zonder enig systeem te werk gaan

völlig planlos [o. unsystematisch] vorgehen

2. systeem (geheel van computerprogramma's):

systeem

Betriebssystem r.n.

3. systeem (computersysteem):

systeem

Datenverarbeitungsanlage r.ż.

roei·ster <roeister|s> [rujstər] RZ. r.ż.

roeister forma żeńska od roeier

Zobacz też roeier

roei·er <roeier|s> [rujər] RZ. r.m.

roeier

Rud(e)rer r.m.

spring·kas·teel <springkas|telen> [sprɪŋkɑstel] RZ. r.n.

springkasteel

Hüpfburg r.ż.