Tłumaczenia dla hasła „azc“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

auch [ ͜aux] PRZYSŁ.

1. auch (ebenfalls):

auch

ook

auch

eveneens

sowohl … als auch

zowel … als ook

nicht nur …, sondern auch

niet alleen … maar ook

wie auch

evenals

2. auch (außerdem):

auch

ook

auch

bovendien

auch das noch!

ook dat nog!

3. auch (sogar):

auch

ook

auch

zelfs

auch wenn

ook [o. zelfs] als [o. wanneer] [o. indien]

zwroty:

was denkst du auch?

wat denk je wel?

wo auch immer

waar ook

wie viel auch (immer)

hoeveel … ook

was immer auch

wat ook

was immer auch

alles wat

was auch (immer)

wat ook

was auch (immer)

alles wat

(und) wenn … auch

al … (ook)

wer immer auch

wie ook

wer immer auch

ieder die

wer auch (immer)

wie ook

wer auch (immer)

ieder die

wie dem auch sei

hoe het ook zij

Jazz <Jazz> [dʒæz, ʤɛs, ja͜ts ] RZ. r.m. kein l.mn.

Jazz

jazz(muziek)