Tłumaczenia dla hasła „garantielohn“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ga·ran·ˈtie·ren¹ [garanˈtiːrən] CZ. cz. przech.

garantieren

garanderen

garantieren

waarborgen

Ga·ran·ˈtie·schein RZ. r.m.

Garantieschein

garantiebewijs r.n.

Ga·ran·ˈtie <Garantie, Garantien> [garanˈtiː, garanˈtiːən] RZ. r.ż.

Garantie

garantie

Garantie

waarborg

das fällt nicht mehr unter Garantie

dat valt niet meer onder de garantie

die Garantie auf [o. für ] ein Gerät

de garantie op een toestel

er übernahm die volle Garantie dafür

hij stond er ten volle [o. voor 100 procent] voor in

Garantie geben [o. leisten ]

garantie geven

ohne Garantie! pot.

onder voorbehoud!

ohne Garantie! pot.

ik weet het niet zeker!

unter Garantie pot.

gegarandeerd

unter Garantie pot.

beslist

Ta·ˈrif·lohn RZ. r.m.

Tariflohn

loon r.n. volgens arbeidscontract [o. volgens de cao]

Tariflohn

cao-loon r.n.

Ta·ˈran·tel <Tarantel, Taranteln> [taˈrantl̩] RZ. r.ż. ZOOL.

Tarantel

tarantula

wie von der [o. einer] Tarantel gebissen pot. przen.

als door een adder gebeten

wie von der [o. einer] Tarantel gestochen pot. przen.

als door een adder gebeten

Ga·ran·ˈtie·frist RZ. r.ż.

Garantiefrist

garantietermijn