Tłumaczenia dla hasła „hindrücken“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈein·drü·cken² CZ. cz. zwr. (einen Abdruck hinterlassen)

eindrücken

een spoor achterlaten

eindrücken przen.

zich inprenten

be·ˈein·dru·cken CZ. cz. przech.

beeindrucken

indruk maken op

beeindrucken

imponeren

eine beeindruckende Leistung

een indrukwekkende prestatie

beeindruckt sein/werden

onder de indruk zijn/komen [o. raken]

ˈHand·rü·cken RZ. r.m.

Handrücken

handrug

ˈhin·den·ken CZ. cz. nieprzech.

wo denken Sie hin! pot.

wat denkt u wel!

wo denken Sie hin! pot.

hoe komt u erbij!

be·ˈdru·cken CZ. cz. przech.

bedrucken

bedrukken

ˈab·dru·cken CZ. cz. przech.

abdrucken

afdrukken

abdrucken

laten verschijnen

ˈauf·dru·cken CZ. cz. przech.

aufdrucken

opdrukken

einen Stempel auf einen Brief aufdrucken

een stempel op een brief drukken [o. zetten]

ˈaus·dru·cken² CZ. cz. przech.

1. ausdrucken (von einem Buch, Auflage):

ausdrucken

afdrukken

2. ausdrucken INF.:

ausdrucken

(af)drukken