Tłumaczenia dla hasła „langsheen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈlang·ge·hen CZ. cz. nieprzech. niereg. pot.

hier geht(')s lang! pot.

deze kant op!

hier geht(')s lang! przen.

dat is de oplossing!

jdm zeigen, wo(')s langgeht pot.

iem zeggen waar het op staat

jdm zeigen, wo(')s langgeht pot.

iem laten weten hoe de vork in de steel zit

wissen, wo(')s langgeht pot.

zich weten te redden

wissen, wo(')s langgeht pot.

weten hoe de vork in de steel zit

wissen, wo(')s langgeht pot.

het klappen van de zweep kennen

ˈlang·le·gen CZ. cz. zwr. pot.

langlegen

(plat) gaan liggen

ˈlang·wei·len² CZ. cz. przech.

langweilen

vervelen

sich zu Tode langweilen

zich dood [o. stierlijk] vervelen

ˈlängs·tens [ˈlɛŋstn̩s] PRZYSŁ.

1. längstens (höchstens):

längstens

op zijn langst

längstens

hoogstens

2. längstens (spätestens):

längstens

op zijn laatst

längstens

uiterlijk

3. längstens (schon lange):

längstens

allang

ˈLang·schlä·fer(in) RZ. r.m.(r.ż.)

Langschläfer(in)

langslaper(langslaapster) r.m. (r.ż.)

ˈlang·jäh·rig [ˈ-jɛːrɪç] PRZYM.

langjährig

langjarig

langjährig

jarenlang

langjährig

sinds vele jaren

ˈlang·bei·nig [-b͜ainɪç] PRZYM.

langbeinig

langbenig

langbeinig

met lange benen [o. poten]