niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „gelegenheid“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ge·le·gen·heid <gelegen|heden> [ɣəleɣənhɛit] RZ. r.ż.

1. gelegenheid (plaats m.b.t. haar geschiktheid):

gelegenheid
Lage r.ż.

2. gelegenheid (mogelijkheid, omstandigheid):

gelegenheid
Gelegenheit r.ż.
de gelegenheid aangrijpen [o. waarnemen ]
bij de eerste de beste gelegenheid
bij gelegenheid zal ik je erover spreken
een gunstige gelegenheid
in de gelegenheid zijn om
in de gelegenheid zijn om
in der Lage sein, zu
iem in de gelegenheid stellen om
er is gelegenheid om te slapen
wachten tot er zich een gelegenheid voordoet
geen gelegenheid voorbij laten gaan
gelegenheid maakt de dief przysł.

3. gelegenheid:

gelegenheid (reisgelegenheid: rijden, varen)
gelegenheid (vliegen)

4. gelegenheid (zaak waar men iets kan gebruiken):

gelegenheid
Wirtschaft r.ż.
gelegenheid
Gasthaus r.n.

5. gelegenheid:

gelegenheid (voorkomend geval)
Gelegenheit r.ż.
gelegenheid (aanleiding)
Anlass r.m.
een feestelijke gelegenheid
ter gelegenheid van
aus Anlass +D.
ter gelegenheid van

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski