Tłumaczenia dla hasła „ongenaakbare“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

on·ge·naak·baar [ɔŋɣənaɡbar] PRZYM.

1. ongenaakbaar (niet toegankelijk):

ongenaakbaar

unzugänglich

2. ongenaakbaar (niet te naderen):

ongenaakbaar

unnahbar

ongenaakbaar

unerreichbar

on·ge·na·de [ɔŋɣənadə] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. ongenade (ongunst):

ongenade

Ungnade r.ż.

in ongenade vallen

in Ungnade fallen

2. ongenade (woede):

ongenade

Ungnade r.ż.

ongenade

Unmut r.ż. form.

zich de ongenade van de baas op de hals halen

sich C. die Ungnade [o. Ungunst] des Chefs zuziehen

on·ge·niet·baar [ɔŋɣənidbar] PRZYM.

ongenietbaar

ungenießbar

wat ben je vanavond weer ongenietbaar przen.

bist du heute Abend wieder ungenießbar [o. unausstehlich] !

on·ge·nu·an·ceerd [ɔŋɣənywɑnsert] PRZYM.

ongenuanceerd

nicht nuanciert

ongenuanceerd

undifferenziert

on·ge·na·dig [ɔŋɣənadəx] PRZYM.

1. ongenadig (hevig):

ongenadig

tüchtig

ongenadig

gehörig

ongenadig

unheimlich pot.

hij kreeg een ongenadig pak voor zijn broek

er bekam eine tüchtige Tracht Prügel

2. ongenadig (onbarmhartig):

ongenadig

gnadenlos

ongenadig

mitleid(s)los

ongenadig

erbarmungslos

ongenadig te werk gaan

schonungslos vorgehen

on·ge·ëve·naard [ɔŋɣəevənart] PRZYM.

ongeëvenaard

beispiellos

ongeëvenaard

unvergleichlich

on·ge·daan [ɔŋɣədan] PRZYM.

ongedaan (achterwege)

ungetan

ongedaan (teruggedraaid)

rückgängig

iets ongedaan laten

etw unterlassen

iets ongedaan maken

etw rückgängig machen

iets ongedaan maken (fout, vergissing ook)

etw ungeschehen machen