niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „schaal“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

schaal <schalen> [sxal] RZ. r.ż.

2. schaal:

schaal (reeks van getallen)
Tabelle r.ż.
schaal (prijzen)
Preisgruppe r.ż.
schaal (lonen)
Lohngruppe r.ż.

3. schaal wisk.:

schaal

4. schaal muz.:

schaal
Skala r.ż.

5. schaal:

schaal (schotel)
Schale r.ż.
schaal (dieper)
Schüssel r.ż.
een schaal met fruit
een zilveren schaal

6. schaal:

schaal (schaal van een balans)
Waagschale r.ż.
schaal (schaal van een balans)
Schale r.ż.
schaal (weegtoestel)
Waage r.ż.
iets in de schaal leggen
dat legt gewicht in de schaal przen.
de schaal slaat door przen.

7. schaal (dop):

schaal
Schale r.ż.
een breekbare schaal

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski