Tłumaczenia dla hasła „tiefere“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

tie·ner <tiener|s> [tinər] RZ. r.m.

tiener

Teenager r.m.

tiener (een jongere)

Jugendliche(r) r.m.

tie·ren <tierde, h. getierd> [tirə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. tieren (schreeuwen):

tieren

johlen pot.

tieren

lärmen

tierende kinderen

johlende Kinder l.mn. pot.

2. tieren (woedend tekeergaan):

tieren

donnern pot.

tieren

toben pot.

tieren

wettern pot.

een tierende menigte

eine tobende Menge pot.

de wind raast en tiert

der Wind tobt

3. tieren (welig groeien):

tieren

üppig wachsen

tieren

gedeihen

tieren przen.

blühen

tieren przen.

gedeihen

tieren przen.

florieren

de handel tiert

der Handel blüht [o. floriert]

zij kan er niet tieren

sie kann dort nicht Fuß fassen

welig tieren

üppig wachsen

welig tieren ook przen.

wuchern

tien·de¹ [tində] PRZYM.

tiende

zehntel

een tiende gedeelte

ein Zehntel

tien·tje <tientje|s> [tincə] RZ. r.n. (biljet)

tientje

Zehneuroschein r.m.

tientje

Zehner r.m. pot.

het kost maar een tientje

es kostet nur zehn Euro

tim·bre <timbre|s> [tɛ̃brə] RZ. r.n.

timbre

Timbre r.n.

min·de·re <mindere|n> [mɪndərə] RZ. r.m. en r.ż.

1. mindere (ondergeschikte):

mindere

Untergebene(r) r.ż. (r.m.)

2. mindere gesch.:

mindere

Mannschaften l.mn.

3. mindere (minder bekwame):

mindere

Unterlegene(r) r.ż. (r.m.)

hij bleek op alle punten haar mindere te zijn

er war ihr in jeder Hinsicht unterlegen

re·fer·te <referte|s> [rəfɛrtə] RZ. r.ż.

referte (verwijzing)

Bezug r.m.

referte (verwijzing)

Bezugnahme r.ż.

referte (in brieven)

Zeichen r.n.

onder/met referte aan uw schrijven form.

unter/mit Bezug auf Ihr Schreiben

Uw referte

Ihr Zeichen

tij·ger <tijger|s> [tɛiɣər] RZ. r.m.

tijger

Tiger r.m.

een papieren tijger przen.

ein Papiertiger pot.

tref·fer <treffer|s> [trɛfər] RZ. r.m.

treffer

Treffer r.m.

treffer comput.

Hit r.m.