W Twojej przeglądarce jest wyłączona obsługa JavaScript. Jeśli obsługa JavaScript zostanie uaktywniona, będziesz miał możliwość korzystania z Trenera słownictwa PONS i innych funkcji.

niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „vervlakkend“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników

ver·vlak·ken: czasownik
ver·vloe·ken: czasownik
ver·kwik·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·strek·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·ge·lij·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·vlie·gen: czasownik
ver·vloe·king: rzeczownik
ver·ve·lend: przymiotnik i przysłówek
uit·vlak·ken: czasownik
ver·vol·ma·ken: czasownik
ver·rei·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·ster·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·va·gen: czasownik
op·per·vlak·kig·heid: rzeczownik
ver·vloekt: przymiotnik i przysłówek
druk·kend: przymiotnik i przysłówek
strek·kend: przymiotnik i przysłówek
ver·veeld: przymiotnik i przysłówek
ver·ve·len: czasownik

Widzisz podobne wyniki: vervlakken , verkwikkend , vervloeken , vergelijkend , verstrekkend , vervagen , versterkend , verreikend , vervolmaken , uitvlakken , vervelend , vervloeking , vervliegen , oppervlakkigheid , vervelen , verveeld , strekkend , drukkend i vervloekt

ver·vlak·ken¹ <vervlakte, h. vervlakt> [vərvlɑkə(n)] CZ. cz. przech. (vlak maken)

ver·vloe·ken <vervloekte, h. vervloekt> [vərvlukə(n)] CZ. cz. przech.

ver·kwik·kend [vərkwɪkənt] PRZYM.

verkwikkend

verkwikkend

een verkwikkende wandeling

eine erquickende Wanderung

ver·strek·kend [vɛrstrɛkənt] PRZYM.

verstrekkend

verstrekkend

dat heeft verstrekkende gevolgen

das hat weitreichende Folgen

ver·ge·lij·kend [vɛrɣəlɛɪkənt] PRZYM.

vergelijkend

ver·vlie·gen <vervloog, i. vervlogen> [vərvliɣə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. vervliegen:

vervliegen (snel verdwijnen)

vervliegen (tijd ook)

2. vervliegen (in damp opgaan):

sich verflüchtigen

alcohol vervliegt snel

Alkohol verfliegt schnell [o. verflüchtigt sich schnell]

mijn hoop is vervlogen przen.

meine Hoffnung ist verflogen

ver·vloe·king <vervloeking|en> [vərvlukɪŋ] RZ. r.ż.

1. vervloeking (het vervloeken):

vervloeking

Verfluchen r.n.

2. vervloeking (vloek):

vervloeking

Fluch r.m.

vervloeking

Verfluchung r.ż.

ver·ve·lend <vervelende, vervelender, vervelendst> [vərvelənt] PRZYM.

1. vervelend (saai):

2. vervelend (onaangenaam):

een vervelende geschiedenis

eine ärgerliche Geschichte

ik vond dat heel vervelend

ich fand das sehr ärgerlich

3. vervelend (onhebbelijk):

eklig pot.

wees nu niet zo vervelend!

sei jetzt nicht so hässlich!

uit·vlak·ken <vlakte uit, h. uitgevlakt> [œytflɑkə(n)] CZ. cz. przech.

dat moet je niet uitvlakken przen.

das ist nicht ohne!

dat moet je niet uitvlakken form. (niet min over doen)

das sollte man nicht unterschätzen [o. unterbewerten]

ver·vol·ma·ken <vervolmaakte, h. vervolmaakt> [vərvɔlmakə(n)] CZ. cz. przech.

vervolmaken

ver·rei·kend [vɛrɛikənt] PRZYM.

verreikende gevolgen przen.

weittragende Folgen l.mn.

ver·ster·kend [vərstɛrkənt] PRZYM.

versterkend

een versterkend middel gebruiken

ein Stärkungsmittel nehmen

ver·va·gen¹ <vervaagde, h. vervaagd> [vərvaɣə(n)] CZ. cz. przech. (vaag maken)

op·per·vlak·kig·heid <oppervlakkig|heden> [ɔpərvlɑkəxhɛɪt] RZ. r.ż.

1. oppervlakkigheid (eigenschap):

oppervlakkigheid

Oberflächlichkeit r.ż.

2. oppervlakkigheid (uiting):

oppervlakkigheid

Plattheit r.ż.

ver·vloekt [vərvlukt] PRZYM.

een vervloekte daad

eine verfluchte Tat

druk·kend <drukkende, drukkender, drukkendst> [drʏkənt] PRZYM.

1. drukkend (zware last vormend):

een drukkende last

eine schwere Bürde

2. drukkend:

drukkend (loom makend)

drukkend (hitte, weer)

strek·kend [strɛkənt] PRZYM.

de strekkende meter

das laufende Meter

ver·veeld [vərvelt] PRZYM.

ver·ve·len¹ <verveelde, h. verveeld> [vərvelə(n)] CZ. cz. przech. (verveling veroorzaken)

iem met iets vervelen

jdn mit etw langweilen

tot vervelens toe

bis zum Überdruss

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski