Tłumaczenia dla hasła „bernsteinern“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ver·ˈstei·nern¹ [fɛɐ̯ˈʃt͜ainɐn] CZ. cz. nieprzech.

versteinern

verstenen

versteinern

(tot) steen worden

beim Anblick seiner Rivalin versteinerte er przen.

bij het zien van zijn rivale verstarde hij

ˈfern·steu·ern CZ. cz. przech.

fernsteuern

op afstand besturen ook fig.

fernsteuern

draadloos besturen

fernsteuern

op afstand bedienen

ferngesteuerte Computer

op afstand bediende computers

Ver·ˈstei·ne·rung <Versteinerung, Versteinerungen> [-nərʊŋ] RZ. r.ż.

Versteinerung

verstening

ˈBern·stein <Bernstein(e)s> [ˈbɛrnʃt͜ain] RZ. r.m. kein l.mn.

Bernstein

barnsteen r.n. of r.m.

ˈstei·nern [ˈʃt͜ainɐn] PRZYM.

steinern

stenen

steinern

van steen

steinern przen. a.

versteend

ver·ˈfei·nern¹ [fɛɐ̯ˈf͜ainɐn] CZ. cz. przech. GASTR.

verfeinern

verfijnen

verfeinern

fijner maken

ver·ˈklei·nern¹ [fɛɐ̯ˈkl͜ainɐn] CZ. cz. przech.

1. verkleinern:

verkleinern FOTO, INF.

verkleinen

verkleinern FOTO, INF.

kleiner maken

2. verkleinern (bagatellisieren):

verkleinern

kleineren

zer·ˈklei·nern [ ͜tsɛɐ̯ˈkl͜ainɐn] CZ. cz. przech.

zerkleinern

fijnmaken

zerkleinern

kleinmaken

hin·ˈein·stei·gern CZ. cz. zwr.

hineinsteigern

steeds meer betrokken raken bij

sich in seinen Zorn hineinsteigern

steeds woedender worden

ˈHarn·stein RZ. r.m.

Harnstein

steen in nieren of urinewegen

ver·ˈschö·nern [-nɐn] CZ. cz. przech.

verschönern

mooier maken

verschönern

verfraaien

ver·all·ge·ˈmei·nern [fɛɐ̯ʔalgəˈm͜ainɐn] CZ. cz. przech.

verallgemeinern

veralgemenen

verallgemeinern

generaliseren

verallgemeinern

algemeen maken

ˈLiech·ten·stei·ner(in) <Liechtensteiners, Liechtensteiner> [ˈlɪçtn̩ʃt͜ainɐ] RZ. r.m.(r.ż.)

Liechtensteiner(in)

Liechtensteiner(Liechtensteinse) r.m. (r.ż.)

Bern·har·ˈdi·ner <Bernhardiners, Bernhardiner> [bɛrnharˈdiːnɐ] RZ. r.m.

Bernhardiner

sint-bernard(shond)

ˈschrei·nern [-nɐn] CZ. cz. nieprzech. reg.

schreinern

meubels maken

schreinern

schrijnwerker zijn

er·ˈin·nern¹ [ɛɐ̯ˈʔɪnɐn] CZ. cz. przech.

1. erinnern (denken lassen):

erinnern

herinneren (aan)

diese Frau erinnert mich an meine Mutter

deze vrouw doet mij aan mijn moeder denken

2. erinnern reg. (sich entsinnen):

erinnern

zich herinneren

er·ˈgau·nern [-ˈg͜aunɐn] CZ. cz. przech. pot.

ergaunern

op arglistige [o. oneerlijke] manier verkrijgen

ver·ˈdon·nern [fɛɐ̯ˈdɔnɐn] CZ. cz. przech. pot. (verurteilen)

verdonnern

veroordelen

jdn dazu verdonnern, etw zu tun pot. żart. (anweisen)

iem ermee opschepen [o. opzadelen] iets te doen

ˈSchorn·stein·fe·ger(in) RZ. r.m.(r.ż.)

Schornsteinfeger(in)

schoorsteenveger r.m. en r.ż.

Przykłady jednojęzyczne (niezredagowane i niesprawdzone przez PONS)

niemiecki

Er besitzt eine dickflüssige Konsistenz bei weißer bis leicht bernsteinerner Farbe und variiert von klar bis leicht durchsichtig.

de.wikipedia.org