Tłumaczenia dla hasła „ermesin“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

er·ˈmes·sen [-ˈmɛsn̩] CZ. cz. przech.

ermessen

(in zijn volle omvang) beseffen [o. begrijpen] [o. overzien]

daran ermisst sich seine Bedeutung

daaraan is zijn betekenis af te meten

er·ˈle·sen [-ˈleːzn̩] PRZYM.

erlesen

uitgelezen

erlesen

voortreffelijk

erlesen

uitmuntend

Er·ˈmes·sen <Ermessens> [-ˈmɛsn̩] RZ. r.n. kein l.mn. podn.

Ermessen

oordeel r.n.

Ermessen

goeddunken r.n.

aus [o. nach ] eigenem Ermessen handeln

naar eigen goeddunken [o. gevoelen] handelen

ich stelle es in dein (freies) Ermessen

ik laat het aan je eigen beoordeling over

nach menschlichem Ermessen

menselijkerwijs (gesproken)

er·ˈmü·den¹ [ɛɐ̯ˈmyːdn̩] CZ. cz. nieprzech.

1. ermüden:

ermüden

moe worden

ermüden

vermoeid raken

2. ermüden TECHNOL.:

ermüden

aan metaalmoeheid gaan lijden

Ke·ro·ˈsin <Kerosins> [keroˈziːn] RZ. r.n. kein l.mn.

Kerosin

kerosine

Ter·ˈmin <Termins, Termine> [tɛrˈmiːn] RZ. r.m.

1. Termin (festgelegter Zeitpunkt):

Termin

tijd(stip)

Termin

datum

der äußerste Termin für die Zahlung

de uiterste datum voor de betaling

2. Termin (Absprache):

Termin

afspraak

einen Termin platzen lassen

een afspraak in het water laten vallen

einen Termin platzen lassen

een termijn overschrijden

3. Termin (verabredeter Zeitpunkt):

Termin

termijn

einen Termin (ein)halten

zich aan de (afgesproken) termijn houden

einen Termin (ein)halten

zich aan het tijdschema houden

jdm einen Termin setzen

iem een termijn stellen

4. Termin PR. (Sitzungstag):

Termin

(rechts)zitting

Termin

zittingsdag

einen Termin anberaumen

een zittingsdatum bepalen

(einen) Termin haben

voor het gerecht moeten verschijnen

(einen) Termin haben

(moeten) voorkomen

zum Termin erscheinen

op de zitting verschijnen [o. aanwezig zijn]