niderlandzko » niemiecki

ge·zocht1 <gezochte, gezochter, gezochtst> [ɣəzɔxt] PRZYM.

2. gezocht (opzettelijk):

gezocht

3. gezocht:

gezocht (in trek)
gezocht (in trek)
gezocht (graag gezien)
een gezocht boek

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski