niderlandzko » niemiecki
Widzisz podobne wyniki: opgeschoten , voorbeschikken , voorlichten , voorschieten , voorschot , voorschotelen , aangeschoten , geschoten i voorgeschiedenis

op·ge·scho·ten [ɔpxəsxotə(n)] PRZYM.

voor·be·schik·ken <beschikte voor, h. voorbeschikt> [vorbəsxɪkə(n)] CZ. cz. przech.

ge·scho·ten CZ.

geschoten volt. deelw. van schieten¹, schieten²

Zobacz też schieten , schieten

schie·ten2 <schoot, i. geschoten> [sxitə(n)] CZ. cz. nieprzech.

4. schieten (zich snel bewegen):

schieten
schießen
in zijn kleren schieten
schnell in die Kleider fahren

5. schieten (niet langer tegenhouden) + laten:

laat hem schieten przen. (hem laten gaan)
lass ihn laufen
laat hem schieten (zich niet met hem bemoeien)
lass ihn in Ruhe
iets laten schieten przen.
auf etw B. verzichten

6. schieten (plotseling vallen):

schieten
(plötzlich) fallen
het mes schoot hem uit de handen
das Messer flog ihm aus der Hand

schie·ten1 <schoot, h. geschoten> [sxitə(n)] CZ. cz. przech. (een projectiel werpen)

aan·ge·scho·ten [aŋɣəsxotə(n)] PRZYM.

voor·scho·te·len <schotelde voor, h. voorgeschoteld> [vorsxotələ(n)] CZ. cz. przech. ook przen.

voor·schot <voorschot|ten> [vorsxɔt] RZ. r.n.

voor·schie·ten <schoot voor, h. voorgeschoten> [vorsxitə(n)] CZ. cz. przech.

1. voorschieten (betalen voor een ander):

voorschieten
auslegen

voor·lich·ten <lichtte voor, h. voorgelicht> [vorlɪxtə(n)] CZ. cz. przech.

2. voorlichten (seksuele voorlichting geven):

voorlichten
(sexuell) aufklären

voor·ge·schie·de·nis [vorɣəsxidənɪs] RZ. r.ż. geen l.mn.

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne