Tłumaczenia dla hasła „latei“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

Da·ˈtei <Datei, Dateien> [daˈt͜ai ] RZ. r.ż.

1. Datei:

Datei

verzamelde data [o. gegevens]

2. Datei INF.:

Datei

bestand r.n.

La·ˈtein <Lateins> [laˈt͜ain] RZ. r.n. kein l.mn.

Latein

Latijn r.n.

mit seinem Latein am Ende sein przen.

aan het eind van zijn Latijn zijn

la·ˈtent [laˈtɛnt] PRZYM. podn.

latent

latent

Kar·ˈtei <Kartei, Karteien> [karˈt͜ai ] RZ. r.ż.

Kartei

kaartsysteem r.n.

Kartei

kaartregister

Kartei

cartotheek

Kartei

kaartenbak

eine Kartei führen

een kaartregister bijhouden

Par·ˈtei <Partei, Parteien> [parˈt͜ai ] RZ. r.ż.

1. Partei POLIT.:

Partei

(politieke) partij

in eine Partei eintreten

lid worden van een partij

2. Partei PR.:

Partei

partij

für jdn Partei ergreifen

voor iem partij kiezen

für jdn Partei ergreifen

het voor iem opnemen

3. Partei (Mietpartei):

Partei

huurder

Partei

gezin r.n.

Partei

familie

ˈlas·ten [ˈlastn̩] CZ. cz. nieprzech.

lasten

(zwaar) drukken

lasten

belasten

auf dem Haus lastet eine hohe Hypothek

het huis is met een hoge hypotheek belast [o. bezwaard]

die Schuld/Verantwortung lastet auf ihm

de schuld/verantwoordelijkheid drukt op hem [o. drukt zwaar op zijn schouders]

ˈlau·ten [ˈl͜autn̩] CZ. cz. nieprzech.

lauten

luiden

das Urteil lautet auf eine Woche Haft

het vonnis luidt een week gevangenis

das Geschäft lautet auf den Namen X

de zaak staat op naam van X

ˈlau·ter [ˈl͜autɐ] PRZYM.

1. lauter (rein):

lauter

zuiver

lauter

louter

lauter

echt

lauter

puur

2. lauter (ehrlich):

lauter

oprecht

3. lauter (nichts als, nur):

lauter

louter

lauter

allemaal

lauter

enkel en alleen

lauter

puur

vor lauter Freude

van pure vreugde [o. blijdschap]

Ab·ˈtei <Abtei, Abteien> [apˈt͜ai ] RZ. r.ż.

Abtei

abdij

la·te·ˈral [lateˈraːl] PRZYM.

lateral

lateraal

lateral

zijdelings (gelegen)