Tłumaczenia dla hasła „mitzwa“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈmit·ten [ˈmɪtn̩] PRZYSŁ.

mitten (inmitten von)

in het midden

mitten (geradewegs)

midden

mitten (direkt)

precies

mitten in der Stadt

midden in de stad

mit¹ [mɪt] PRZYSŁ.

mit (vorübergehende Mitbeteiligung)

mede

mit (auch)

mee

mit (auch)

ook

mit dabei sein pot.

erbij [o. van de partij] zijn

er ist mit der Größte pot.

hij is een van de grootsten

das ist mit sein Verdienst

dat is ook zijn verdienste

ˈet·wa [ˈɛtva] PRZYSŁ.

1. etwa (ungefähr, annähernd):

etwa

ongeveer

etwa

bij benadering

in etwa

enigszins

in etwa

ongeveer

in etwa

tot op zekere hoogte

2. etwa (zum Beispiel):

etwa

bijvoorbeeld

wie etwa

zoals bijvoorbeeld

3. etwa (womöglich):

etwa

misschien

etwa

soms

etwa nicht?

niet soms?

Sie denken doch nicht etwa, dass …

u denkt toch zeker niet, dat …