Tłumaczenia dla hasła „neubauernstellung“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈDau·er·stel·lung RZ. r.ż.

Dauerstellung

vaste baan [o. betrekking]

ˈDau·er·aus·stel·lung RZ. r.ż.

Dauerausstellung

permanente [o. doorlopende] tentoonstelling

ˈHer·stel·lung <Herstellung> RZ. r.ż. kein l.mn.

1. Herstellung (Produktion):

Herstellung

vervaardiging

Herstellung

productie

Herstellung

fabricage

2. Herstellung (zustande bringen):

Herstellung

het tot stand brengen

3. Herstellung (Aufbau):

Herstellung

herstel r.n.

Herstellung

genezing

4. Herstellung WYDAWN. (Produktionsabteilung):

Herstellung

productie(afdeling)

Ver·ˈstel·lung <Verstellung, Verstellungen> RZ. r.ż.

Verstellung (das Verstellen)

veinzerij

Verstellung (Heuchelei)

huichelarij

ˈDar·stel·lung <Darstellung, Darstellungen> RZ. r.ż.

1. Darstellung (Wiedergabe im Bild):

Darstellung

afbeelding

Darstellung

voorstelling

2. Darstellung TEATR:

Darstellung

uitbeelding

Darstellung

spel r.n.

Darstellung

creatie

3. Darstellung (Schilderung):

Darstellung

beschrijving

Darstellung

behandeling

4. Darstellung (Herstellung):

Darstellung

vervaardiging

Darstellung

productie

Un·ter·ˈstel·lung [ʊntɐˈʃtɛlʊŋ] RZ. r.ż.

1. Unterstellung (falsche Behauptung):

Unterstellung

verdachtmaking

Unterstellung

insinuatie

2. Unterstellung (Unterordnung):

Unterstellung

het plaatsen onder

Unterstellung

het ondergeschikt maken aan

ˈAr·beits·ein·stel·lung RZ. r.ż.

1. Arbeitseinstellung:

Arbeitseinstellung

(werk)staking

Arbeitseinstellung

het neerleggen van het werk r.n.

2. Arbeitseinstellung:

Arbeitseinstellung

werkhouding

ˈAn·stel·lung <Anstellung, Anstellungen> RZ. r.ż.

1. Anstellung:

Anstellung

aanstelling

Anstellung

benoeming

2. Anstellung:

Anstellung

betrekking

ˈEin·stel·lung <Einstellung, Einstellungen> RZ. r.ż.

1. Einstellung (Gesinnung):

Einstellung

instelling

Einstellung

houding

2. Einstellung (Anstellung):

Einstellung

aanstelling

Einstellung

baan

3. Einstellung (Beendigung):

Einstellung

staking

ˈNeu·be·wer·tung RZ. r.ż. GOSP.

Neubewertung

herwaardering

Be·ˈstel·lung <Bestellung, Bestellungen> [bəˈʃtɛlʊŋ] RZ. r.ż.

Bestellung

bestelling

Bestellung (Ernennung)

aanstelling

Bestellung (Ernennung)

benoeming

Bestellung (von Acker, Feld)

bewerking

Bestellung (Nachricht)

boodschap

Bestellung (Nachricht)

bericht r.n.

ˈZu·stel·lung <Zustellung, Zustellungen> RZ. r.ż. ADM.

Zustellung (Post)

bestelling

Zustellung (Post)

bezorging

ˈAuf·stel·lung RZ. r.ż.

1. Aufstellung SPORT:

Aufstellung (Postierung)

opstelling

Aufstellung (Postierung)

plaatsing

Aufstellung (Errichtung)

het (op)zetten

2. Aufstellung (Ausarbeitung):

Aufstellung

samenstelling

Aufstellung

opstelling

Aufstellung

vorming

3. Aufstellung (Erstellung):

Aufstellung

lijst

Aufstellung

tabel

Aufstellung

staat

Aufstellung

overzicht r.n.

Aufstellung

specificatie

laut Aufstellung

volgens [o. conform] de (bijgevoegde) lijst [o. specificatie]

ˈAus·stel·lung RZ. r.ż.

1. Ausstellung (Kunstausstellung, Messe):

Ausstellung

tentoonstelling

Ausstellung

expositie

2. Ausstellung (das Ausschreiben) meist l.poj.:

Ausstellung

afgifte

Ausstellung

uitreiking

Ausstellung

het (uit)schrijven

der Ort der Ausstellung

de plaats van afgifte [o. uitreiking]

ˈVor·stel·lung RZ. r.ż.

1. Vorstellung FILM (Präsentation):

Vorstellung

voorstelling

Vorstellung

introductie

2. Vorstellung (gedankliches Bild):

Vorstellung

voorstelling

Vorstellung

denkbeeld r.n.

3. Vorstellung TEATR (Aufführung):

Vorstellung

voorstelling

Vorstellung

uitvoering

4. Vorstellung (Beschwerde):

Vorstellung

bezwaar r.n.

Vorstellung

terechtwijzing

jdm Vorstellungen machen

iem terechtwijzen

jdm Vorstellungen machen

iem vermanen

jdm Vorstellungen machen

iem ernstig onderhouden

ˈWort·stel·lung RZ. r.ż. JĘZ.

Wortstellung

woordschikking

Wortstellung

woord(volg)orde

ˈFest·stel·lung RZ. r.ż.

1. Feststellung (Bemerkung):

Feststellung

vaststelling

Feststellung

constatering

2. Feststellung (Ermittlung):

Feststellungen machen [o. treffen ]

constateren

Feststellungen machen [o. treffen ]

betogen

ˈKunst·aus·stel·lung RZ. r.ż.

Kunstausstellung

kunsttentoonstelling

ˈHil·fe·stel·lung RZ. r.ż. SPORT

Hilfestellung

hulp bij het turnen