Tłumaczenia dla hasła „digraf“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

di·a·gram <diagram|men> [dijaɣrɑm] RZ. r.n.

diagram

Diagramm r.n.

het diagram van een bloem plantk.

das Blütendiagramm

het diagram van de polsslag

die Pulskurve

graf <graven> [ɣrɑf] RZ. r.n.

graf

Grab r.n.

graf (kuil)

Grube r.ż.

graf (gemetseld)

Gruft r.ż. form.

zwijgen als het graf przen.

verschwiegen wie ein Grab sein

zijn eigen graf graven przen.

sich C. sein eigenes Grab schaufeln [o. graben]

een geheim in het graf meenemen

ein Geheimnis mit ins Grab nehmen

hij zou zich in zijn graf omkeren

er würde sich im Grabe herumdrehen pot.

met één voet in het graf staan przen.

mit einem Bein im Grab(e) stehen przen.

een graf openen/schenden

ein Grab öffnen/schänden

iem op de rand van het graf brengen

jdn an den Rand des Grabes bringen

een graf in de golven vinden

ein feuchtes [o. nasses] Grab finden form.

een vroegtijdig graf vinden

ein frühes Grab finden form.

draf [drɑf] RZ. r.m. geen l.mn.

1. draf (paarden):

draf

Trab r.m.

in gestrekte draf

in starkem Trab

in de draf zetten

in Trab setzen

2. draf (personen):

draf

Trab r.m. pot.

draf

Lauf r.m.

in draf

im Trab pot.

op een drafje lopen

die Beine in die Hand nehmen pot.

het op een draf(je) zetten

sich in Trab setzen pot.

di·o·ra·ma <diorama|'s> [dijorama] RZ. r.n.

diorama

Diorama r.n.

ka·raf <karaf|fen> [karɑf] RZ. r.ż.

karaf

Karaffe r.ż.

straf¹ <straf|fen> [strɑf] RZ. r.ż.

straf

Strafe r.ż.

straf (geldstraf)

Buße r.ż.

een straf ondergaan

eine Strafe auferlegt bekommen

een straf ondergaan

bestraft werden

een onvoorwaardelijke straf

eine Strafe ohne Bewährung

iem een straf opleggen

jdm eine Strafe auferlegen

iem een straf opleggen

eine Strafe über jdn verhängen

straf stellen op iets

etw unter Strafe stellen

een strenge/passende straf

eine harte/angemessene Strafe

zijn straf uitzitten

seine Strafe absitzen [o. verbüßen]

voor straf

zur Strafe

een voorwaardelijke straf opleggen

eine Strafe zur Bewährung aussetzen

een zware/lichte straf

eine hohe/milde Strafe

ver·af [vɛrɑf] PRZYSŁ.

1. veraf (ver verwijderd):

veraf

weit

veraf

fern

veraf

entfernt

een bril voor veraf/dichtbij

eine Brille für die Ferne/Nähe

2. veraf (ver in de toekomst):

veraf

weit

veraf

fern

voor·af [vorɑf] PRZYSŁ.

vooraf

vorab

vooraf

im Voraus

iets vooraf goed bedenken

sich C. etw im Voraus gut überlegen

vooraf betalen

im Voraus zahlen

de mededeling vooraf

der Vorbericht

wilt u iets vooraf? (aperitief)

möchten Sie einen Aperitif?

wilt u iets vooraf? (voorgerecht)

möchten Sie eine Vorspeise?

graaf <grafen> [ɣraf] RZ. r.m.

graaf

Graf r.m.

di·gi·taal [diɣital] PRZYM.

digitaal

digital

het digitaal horloge

die Digitaluhr

dia <dia|'s> [dija] RZ. r.m.

dia

Dia r.n.

dia's vertonen

Dias vorführen

dia's in raampjes zetten

Dias (ein)rahmen