Tłumaczenia dla hasła „besteld“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈbes·tens [ˈbɛstn̩s] PRZYSŁ.

1. bestens (ausgezeichnet):

bestens

opperbest

bestens

uitstekend

bestens

prima

2. bestens (bei Grüßen):

bestens

(zeer) hartelijk

sie lässt bestens grüßen

ze laat de hartelijke groeten doen

ˈbet·teln [ˈbɛtl̩n] CZ. cz. nieprzech.

betteln

bedelen

betteln przen. a.

smeken

ˈbeu·teln¹ [ˈb͜ɔytl̩n] CZ. cz. nieprzech.

beuteln

flodderen

beuteln

lubberen

beuteln

(op)bollen

Be·ˈsteck <Besteck(e)s, Bestecke> [bəˈʃtɛk] RZ. r.n.

Besteck

bestek r.n.

Besteck MED.

instrumenten

Besteck MED.

instrumentenset

Be·ˈstand <Bestand(e)s, Bestände> RZ. r.m.

1. Bestand (Fortdauer):

Bestand

het (voort)bestaan

Bestand

duurzaamheid

Bestand

bestendigheid

das hat (keinen) Bestand

dat is (niet) van lange duur [o. (niet) duurzaam]

von Bestand sein

(voort)duren

von Bestand sein

blijven bestaan

2. Bestand (vorhandene Menge):

Bestand

bestand r.n.

Bestand

voorraad

der Bestand an Büchern

het boekenbestand

einen eisernen Bestand anlegen

een ijzeren voorraad inslaan

zum eisernen Bestand gehören [o. zählen]

tot het ijzeren [o. vaste] repertoire (be)horen

zum eisernen Bestand gehören [o. zählen]

tot de vaste kern (be)horen

ˈbes·ser¹ [ˈbɛsɐ] PRZYM.

besser

beter

besser

(nogal) goed

der eine noch besser als der andere

de ene nog meer [o. erger] dan de ander(e)

der bessere der beiden

de beste van beide [o. van de twee]

die Bessergestellten

de welgestelden [o. welvarenden]

das wäre ja noch besser!

(wel) nu nog mooier!

umso [o. desto ] besser!

des te beter!

ˈbes·sern¹ [ˈbɛsɐn] CZ. cz. przech.

bessern

verbeteren

ˈSeh·feld RZ. r.n.

Sehfeld

gezichtsfeld

Sehfeld

gezichtskring

ˈBeu·tel <Beutels, Beutel> [ˈb͜ɔytl̩] RZ. r.m.

Beutel

zak(je) r.n.

Beutel

buil(tje)

Beutel BIOL.

buidel

tief in den Beutel greifen müssen

diep in de [o. zijn] beurs [o. buidel] [o. portemonnee] moeten tasten