Tłumaczenia dla hasła „sechstes“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

sec·tie <sectie|s, sec|tiën> [sɛksi] RZ. r.ż.

1. sectie:

sectie med.

Sektion r.ż.

sectie med.

Autopsie r.ż.

sectie med.

Leichenöffnung r.ż.

sectie jur.

Obduktion r.ż.

de uitslag van de sectie

der Sektionsbefund

de uitslag van de sectie

der Obduktionsbefund

sectie verrichten (op een lijk) jur.

eine Obduktion durchführen

2. sectie (afdeling):

sectie

Sektion r.ż.

sectie

Abteilung r.ż.

sectie univ.

Fachbereich r.m.

3. sectie (deel van een werk):

sectie

Abschnitt r.m.

sectie verk.

Zone r.ż.

twee secties van tramlijn 4

zwei Teilstrecken der Straßenbahnlinie 4

4. sectie (deel van een stadswijk):

sectie

Revier r.n.

sectie

Bezirk r.m.

5. sectie (peloton):

sectie

Zug r.m.

sec·tor <sector|s, sector|en> [sɛktɔr] RZ. r.m.

1. sector wisk.:

sector

Sektor r.m.

sector

Kreisausschnitt r.m.

bolvormige sector

Kugelausschnitt r.m.

2. sector (afdeling, gebied):

sector

Sektor r.m.

sector

Bereich r.m.

de oostelijke sector van Berlijn

der Ostsektor Berlins

huizen in de vrije sector

Häuser auf dem freien Markt

3. sector (afdeling van het maatschappelijk leven):

sector

Sektor r.m.

sector

Bereich r.m.

de primaire [o. agrarische ] sector

der Agrarbereich

de primaire [o. agrarische ] sector

die Landwirtschaft

de quartaire [o. sociale ] [o. zachte ] sector

der Sozialbereich

de secundaire [o. industriële ] sector

die Industrie

de tertiaire [o. dienst(en)verlenende ] sector

der Dienstleistungsbereich

se·con·de <seconde|n, seconde|s> [səkɔndə] RZ. r.ż.

1. seconde (tijdmaat, graad):

seconde

Sekunde r.ż.

2. seconde (ogenblik):

seconde

Sekunde r.ż.

seconde

Augenblick r.m.

een paar seconden

ein paar Sekunden

een paar seconden

ein Augenblick

in een paar seconden

sekundenschnell

in een paar seconden

im Nu

se·creet <se|creten> [səkret] RZ. r.n.

1. secreet (afscheidingsproduct):

secreet

Sekret r.n.

secreet

Absonderung r.ż.

2. secreet:

secreet (beledigend; kreng)

Ekel r.n.

secreet (vrouw)

Hexe r.ż.

se·cre·tie <secretie|s> [səkre(t)si] RZ. r.ż.

secretie

Sekretion r.ż.

secretie

Absonderung r.ż.

se·cu·lier¹ <seculier|en> [sekylir] RZ. r.m. (wereldheer)

seculier

Säkularkleriker r.m.

seculier

Weltgeistliche(r) r.m.

seculier

Weltpriester r.m.

se·cre·ta·res·se <secretaresse|n, secretaresse|s> [sɪkrətarɛsə] RZ. r.ż.

secretaresse

Sekretärin r.ż.

se·cre·ta·ris <secretaris|sen> [sɪkrətarɪs] RZ. r.m.

1. secretaris:

secretaris (correspondentie, notulen)

Sekretär r.m.

secretaris (notulerend)

Schriftführer r.m.

2. secretaris:

secretaris (gemeentesecretaris: kleinere plaats)

≈ Gemeindedirektor r.m.

secretaris (gemeentesecretaris: stad)

≈ Stadtdirektor r.m.

re·gen·tes RZ. r.ż.

regentes forma żeńska od regent¹, forma żeńska od regent²

Zobacz też regent , regent

re·gent² <regent|en> [rəɣɛnt] RZ. r.m.

1. regent gesch. (regerend aristocraat):

regent

Herrscher r.m.

regent

Regent r.m. form.

2. regent (hoofd van een seminarie):

regent

Regens r.m.

re·gent¹ <regent|en> [rəɣɛnt] RZ. r.m.

1. regent (rijksbestuur):

regent

Regent r.m.

2. regent:

regent

Vorsteher r.m.

regent

Leiter r.m.

regent (liefdadigheidsinstelling)

Regent r.m.

3. regent (in België: leraar, lerares):

regent

≈ Mittelschullehrer r.m.