Tłumaczenia dla hasła „dufour“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈduf·te [ˈdʊftə] PRZYM. pot. reg.

dufte

jofel

dufte

tof

dufte

prima

eine dufte Biene

een leuke [o. vlotte] meid

ˈduf·ten [ˈdʊftn̩] CZ. cz. nieprzech.

duften

geuren

duften

ruiken

à ˈjour [aˈʒuːɐ̯] (Buchhaltung)

à jour

ajour

Tour <Tour, Touren> [tuːɐ̯] RZ. r.ż.

1. Tour:

Tour (Geschäftsfahrt)

toer

Tour (Geschäftsfahrt)

tocht(je) r.n.

Tour (Ausflugsfahrt)

uitstapje r.n.

Tour TECHNOL.

omwenteling

auf Tour sein pot.

(rond)toeren

auf Tour gehen pot.

een tocht ondernemen

auf Tour gehen pot.

gaan toeren

auf Touren kommen

op toeren komen

auf Touren kommen pot. przen. (in Schwung kommen)

op dreef [o. gang] komen [o. raken]

auf Touren kommen pot. przen. (wütend werden)

kwaad worden

jdn auf Touren bringen pot. przen.

iem kwaad maken

auf vollen [o. höchsten] Touren laufen a. pot. przen.

op volle toeren draaien [o. werken]

2. Tour pot. pej.:

Tour (Trick)

toer

Tour (Trick)

truc

Tour (Streich)

streek

immer die alte [o. dieselbe] Tour!

steeds weer dezelfde oude truc [o. het oude liedje] !

seine krummen Touren

zijn louche [o. slinkse] zaakjes [o. streken] [o. handeltjes]

die Tour zieht bei mir nicht!

die vlieger gaat bij mij niet op!

3. Tour pot. (Vorhaben):

Tour

plannetje r.n.

jdm die Tour vermasseln

iems plannetje verijdelen [o. bederven]

jdm die Tour vermasseln

bij iem roet in het eten gooien

4. Tour (tanzen):

Tour

figuur r.ż. of r.n.

Tour

draai

Tour

ronde

eine Tour tanzen

een figuur dansen

eine Tour tanzen

een rondje dansen

in einer Tour pot.

aan één stuk door