Tłumaczenia dla hasła „hinüberdringend“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

in·drin·gend <indringende, indringender, indringendst> [ɪndrɪŋənt] PRZYM.

1. indringend:

indringend (doordringend)

eindringlich

indringend (diepgaand)

tief schürfend

2. indringend (opdringerig):

indringend

zudringlich

indringend

aufdringlich

han·den·wrin·gend [hɑndə(n)vrɪŋənt] PRZYM.

handenwringend

händeringend

bin·nen·drin·gen <drong binnen, i. binnengedrongen> [bɪnə(n)drɪŋə(n)] CZ. cz. nieprzech.

binnendringen

eindringen

hoog·drin·gend [hoɣdrɪŋənt] PRZYM. belg.

hoogdringend

(sehr) dringend

hoogdringend

von großer Dringlichkeit

hoogdringend (minder vaak)

vordringlich

hoogdringend (niet uit te stellen)

unaufschiebbar

ver·drin·gen¹ <verdrong, h. verdrongen> [vərdrɪŋə(n)] CZ. cz. przech. ook psych.

verdringen

verdrängen

een concurrent verdringen

einen Konkurrenten verdrängen

elkaar voor de ingang verdringen

sich vor dem Eingang drängeln

in·drin·gen³ <drong in, i. ingedrongen> [ɪndrɪŋə(n)] CZ. cz. nieprzech. (binnendringen)

indringen

eindringen

in de muur ingedrongen kogels

in die Mauer eingedrungene Kugeln

drin·gend <dringende, dringender, dringendst> [drɪŋənt] PRZYM. (urgent; met aandrang)

dringend

dringend

dringend

dringlich

de meest dringende dingen

das Dringendste

dringende redenen

zwingende Gründe l.mn.

ik moet u dringend spreken

ich muss Sie dringend sprechen

ˈdoor·drin·gen¹ <drong door, i. doorgedrongen> [dordrɪŋə(n)] CZ. cz. nieprzech.

doordringen

eindringen

doordringen

durchdringen

doordringen gesch.

vordringen

in een woud doordringen

in einen Wald eindringen

het drong niet tot hem door przen.

es war ihm nicht bewusst

tot iem/iets doordringen

bis zu jdm/etw durchdringen

ver·drin·ging <verdringing|en> [vərdrɪŋɪŋ] RZ. r.ż. ook psych.

verdringing

Verdrängung r.ż.

aan·drin·gen <drong aan, h./i. aangedrongen> [andrɪŋə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. aandringen (aansporen):

aandringen

dringen

aandringen

drängen

bij iem op betaling aandringen

bei jdm auf Zahlung dringen

bij iem op betaling aandringen

jdn zur Zahlung drängen

2. aandringen (met klem trachten gedaan te krijgen):

aandringen

drängen

na lang aandringen

nach langem Drängen

ze drong zo aan, dat ik toegaf

sie drang so lange in mich, bis ich nachgab

3. aandringen (naar voren dringen):

aandringen

herandrängen

te·rug·drin·gen <drong terug, h. teruggedrongen> [tərʏɣdrɪŋə(n)] CZ. cz. przech.

terugdringen

zurückdrängen

de menigte werd door de politie teruggedrongen

die Menge wurde von der Polizei zurückgedrängt

ver·drin·ken¹ <verdronk, i. verdronken> [vərdrɪŋkə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. verdrinken (in het water omkomen):

verdrinken

ertrinken

2. verdrinken przen.:

verdrinken

ertrinken

in·drin·ger <indringer|s> [ɪndrɪŋər] RZ. r.m.

indringer

Eindringling r.m.