Tłumaczenia dla hasła „überhart“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

über·ˈhaupt [yːbɐˈh͜aupt] PRZYSŁ.

1. überhaupt (eigentlich):

überhaupt

eigenlijk (wel)

überhaupt

trouwens

überhaupt

(toch) al

für wen halten Sie mich überhaupt?

waar ziet u mij (eigenlijk) voor aan?

2. überhaupt (im Allgemeinen):

überhaupt

over het algemeen

überhaupt

überhaupt

überhaupt

in alle opzichten

er hat sich überhaupt nicht angestrengt

hij heeft helemaal geen moeite gedaan

3. überhaupt:

überhaupt (zumindest)

tenminste

überhaupt (zumindest)

enigszins

überhaupt (auch nur)

ook maar

überhaupt (auch nur)

zelfs maar

alle überhaupt möglichen Fälle

alle ook maar mogelijke gevallen

wenn ich überhaupt reise

als ik dan al (op reis) ga

wenn überhaupt

indien al

wenn überhaupt

als het dan al gebeurt [o. moet]

4. überhaupt (vor allem):

überhaupt

(en) vooral

überhaupt

(en) zeker

überhaupt im Alter

en zeker als je (wat) ouder wordt

5. überhaupt (ganz und gar):

überhaupt

helemaal

überhaupt

hoegenaamd

das hat überhaupt keinen Sinn

dat heeft geen enkele zin

ˈÜber·hang RZ. r.m.

1. Überhang (Überschuss):

Überhang

teveel r.n.

Überhang

overschot r.n.

Überhang

surplus r.n.

2. Überhang (Bestand):

Überhang

het overhangende

Überhang

overhangende takken [o. vruchten]

3. Überhang (Vorsprung):

Überhang

uitsteeksel r.n.

4. Überhang (überhängende Felswand):

Überhang

overhangende rots

über·ˈhöht [yːbɐˈhøːt] PRZYM. przen.

überhöht

te hoog

überhöht

te groot

überhöht

opgedreven

überhöht

overdreven

über·ˈholt [yːbɐˈhoːlt] PRZYM.

überholt

achterhaald

überholt

verouderd

ˈwin·ter·hart PRZYM. BOT.

winterhart

winterhard