Tłumaczenia dla hasła „guitig“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈgü·tig [ˈgyːtɪç] PRZYM. podn.

gütig

goedig

gütig

goedmoedig

gütig

welwillend

gütig

vriendelijk

zu gütig! iron.

dank u beleefd!

ˈgül·tig [ˈgʏltɪç] PRZYM. (allgemein anerkannt)

gültig

geldig

gültig

rechtsgeldig

gültig

wettig

gültig

deugdelijk

gültig werden

van kracht worden

gültig werden

in werking treden

ˈzei·tig [ˈ͜ts ͜aitɪç] PRZYM.

zeitig

vroeg(tijdig)

am zeitigen Abend

vroeg op de avond

ein zeitiger Frühling

een vroege lente

ˈmu·tig [ˈmuːtiç] PRZYM.

mutig

dapper

mutig

moedig

dem Mutigen gehört die Welt przysł.

het geluk helpt de dapperen

dem Mutigen gehört die Welt przysł.

wie waagt, wint

ˈgif·tig [ˈgɪftɪç] PRZYM.

1. giftig (Gift enthaltend):

giftig

(ver)giftig

2. giftig pej. (boshaft):

giftig

venijnig

giftig

giftig

giftig

hatelijk

giftig

nijdig

giftig auf jdn sein

giftig [o. woest] op iem zijn

3. giftig (grell):

giftig

schreeuwend

giftig

schel

giftig

vals

ein giftiges Grün

een schel groene kleur

4. giftig SPORT (gefährlich):

giftig

verbeten

giftig

gevaarlijk

ˈhur·tig [ˈhʊrtɪç] PRZYM. veraltet reg.

hurtig

rap

hurtig

vlot

hurtig

snel

ˈkul·tig [ˈkʊltɪç] PRZYM. pot.

kultig

hip

kultig

in

ˈlus·tig [ˈlʊstɪç] PRZYM.

lustig

vrolijk

lustig

plezierig

lustig

grappig

lustig

lollig

solange, wie du lustig bist pot.

zolang je zin hebt

Bruder Lustig veraltet pot. żart.

losbol

Bruder Lustig veraltet pot. żart.

vrolijke Frans

ein lustiger Bursche

een vrolijke klant [o. knul]

sich über jdn lustig machen

zich over iem vrolijk maken

ˈtun·tig [ˈtʊntɪç] PRZYM.

1. tuntig pot. pej.:

tuntig (überbesorgt)

overdreven bezorgd

tuntig (überbesorgt)

overbezorgd

tuntig (wie eine alte Tante)

als een oude tante

tuntig (wie eine alte Tante)

betuttelend

2. tuntig pot. pej.:

tuntig

nichterig

ˈgüns·tig [ˈgʏnstɪc] PRZYM.

günstig (preisgünstig, passend, geeignet)

gunstig

günstig (begünstigend)

voorspoedig

etw günstig kaufen

iets tegen een schappelijke prijs [o. voordelig] kopen

das traf sich günstig (zeitlich gut gelegen)

dat kwam goed uit

etw günstig verkaufen

iets verkopen tegen een goede prijs