Tłumaczenia dla hasła „nernst“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ernst [ɛrnst] RZ. r.m. geen l.mn.

ernst

Ernst r.m.

het is bittere ernst

es ist bitterer Ernst

de ernst van zijn gelaat

der Ernst seines Gesichtes

in ernst

im Ernst

iets in alle ernst overwegen

etw allen Ernstes erwägen

de ernst van een misdrijf/verdenking

die Schwere eines Verbrechens/eines Verdachts

het leven wordt ernst voor hem

für ihn fängt der Ernst des Lebens an

nerts <nerts|en> [nɛrts] RZ. r.m.

nerts

Nerz r.m.

nest <nest|en> [nɛst] RZ. r.n.

1. nest (broedplaats):

nest ook przen.

Nest r.n.

zijn (eigen) nest bevuilen przen.

das eigene Nest beschmutzen

een nestje bouwen przen.

sich C. ein Nest bauen

dat kind komt uit een goed nest przen.

das Kind kommt aus gutem Haus

2. nest (worp):

nest

Wurf r.m.

3. nest (verwaand meisje):

nest

Ding r.n. pej.

nest

Gör r.n. pej.

een verwaand nest

ein eingebildetes Ding pej.

4. nest (moeilijkheden) l.mn.:

in de nesten zitten

in der Klemme sitzen

zich in de nesten werken

sich C. den Teufel auf den Hals laden

iem uit de nesten helpen

jdm aus der Klemme helfen

5. nest (bed):

nest

Nest r.ż. pot.

naar zijn nest gaan

sich in die Federn legen pot.

6. nest (in elkaar passende voorwerpen):

nest

Satz r.m.

7. nest (gehucht):

nest

Nest r.n. pej.

nest

Kaff r.n. pej.

ner·gens [nɛrɣəns] PRZYSŁ.

1. nergens (op, in geen plaats):

nergens

nirgends

nergens

nirgendwo

nergens anders dan

nirgendwo sonst wie

als dat gebeurt, dan ben je nergens meer przen.

wenn das passiert, bist du erledigt

nergens zijn przen. (nog niets gepresteerd hebben; persoon)

erst am Anfang stehen

nergens zijn (zaak)

erst in den Anfängen stecken

nergens zijn (niet meetellen)

nichts zu bestellen haben

2. nergens:

nergens (niets)

nichts

nergens (met nadruk)

(rein) gar nichts

nergens aan komen!

nichts anfassen!

nergens zin in hebben

zu nichts Lust haben

zich nergens mee bemoeien (geen zorg dragen)

sich um nichts kümmern

zich nergens mee bemoeien (zich niet inmengen)

sich nicht einmischen

dat lijkt nergens naar

das ist unter aller Kritik

zij geeft nergens om

ihr ist alles egal

deze bewering berust nergens op form.

diese Behauptung entbehrt jeder Grundlage

dat dient nergens toe

das ist zu nichts nütze

dat is nergens goed voor

das ist zu nichts nütze

ern·stig <ernstige, ernstiger, ernstigst> [ɛrnstəx] PRZYM.

1. ernstig (van ernst vervuld):

ernstig

ernst

ernstig

ernsthaft

ernstig blijven

ernst bleiben

ernstig kijken

ernst (drein)schauen

ernstig kijken

ernst gucken pot.

iem ernstig toespreken

jdm ins Gewissen reden

een ernstig woord met iem spreken

ein ernstes Wort mit jdm sprechen

2. ernstig (serieus):

ernstig

ernst

ernstig

ernsthaft

ernstig

ernstlich

iets/iem ernstig nemen

etw/jdn ernst nehmen

dat is mijn ernstige overtuiging

das ist meine ernste Überzeugung

3. ernstig:

ernstig (ernst opwekkend, niet licht op te vatten)

ernst

ernstig (zwaarwegend)

schwer

een ernstige fout

ein schwerer Fehler

een ernstig geval

ein ernster Fall

ernstige muziek

ernste Musik r.ż.

een ernstig verwijt

ein schwerer Vorwurf

4. ernstig:

ernstig (van ingrijpende aard)

ernst

ernstig (van ingrijpende aard)

ernsthaft

ernstig (van ingrijpende aard)

ernstlich

ernstig (zwaarwegend)

schwer

ernstige verwondingen

schwere Verletzungen l.mn.

ernstig ziek

ernsthaft krank

een ernstige ziekte

eine ernste [o. ernsthafte] Krankheit

ge·wenst [ɣəwɛnst] PRZYM.

1. gewenst (door een wens bepaald):

gewenst

gewünscht

gewenst

erwünscht

zijn aanwezigheid is niet gewenst

seine Anwesenheit ist nicht erwünscht

op ieder gewenst ogenblik

in jedem beliebigen Augenblick

2. gewenst (waarnaar verlangd wordt, is):

gewenst

gewünscht

gewenst

verlangt

3. gewenst (wenselijk):

gewenst

wünschenswert

iets gewenst achten

etw für wünschenswert halten

er·naast [ɛrnast] PRZYSŁ.

1. ernaast (naast het genoemde):

ernaast

daneben

hij woont in het huis ernaast

er wohnt im Haus daneben

2. ernaast przen.:

ernaast (mis)

falsch

ernaast (in samenstellingen)

daneben-

ernaast zitten

sich irren

ernaast zitten

danebenhauen pot.