niderlandzko » niemiecki

op·laai·en <laaide op, i. opgelaaid> [ɔplajə(n)] CZ. cz. nieprzech. ook przen.

plaat <platen> [plat] RZ. r.ż.

op·la·waai <oplawaai|en> [ɔplawaj] RZ. r.m.

op·la·ge <op|lagen, op|lages> [ɔplaɣə] RZ. r.ż.

op·la·den <laadde op, h. opgeladen> [ɔpladə(n)] CZ. cz. przech.

1. opladen (op iets laden):

laden auf +B.

2. opladen (bevrachten):

3. opladen (elektrisch laden):

op·la·ten <liet op, h. opgelaten> [ɔplatə(n)] CZ. cz. przech.

op·slaan1 <sloeg op, h. opgeslagen> [ɔpslan] CZ. cz. przech.

2. opslaan (omhoog slaan) ook SPORT:

4. opslaan (een tarief verhogen):

5. opslaan (neerzetten):

6. opslaan comput.:

op·rit <oprit|ten> [ɔprɪt] RZ. r.m.

1. oprit (van een garage):

Auffahrt r.ż.
Zufahrt r.ż.

2. oprit (van een autoweg):

Auffahrt r.ż.

3. oprit (hellend oplopende weg):

Rampe r.ż.

laaie PRZYSŁ.

laaie → lichterlaaie

Zobacz też lichterlaaie

lich·ter·laaie [lɪxtərlajə]

vlaai <vlaai|en> [vlaj] RZ. r.ż.

Obstkuchen r.m.

plaag <plagen> [plax] RZ. r.ż.

Plage r.ż.

opaal2 [opal] RZ. r.n. geen l.mn.

1. opaal (mineraal):

Opal r.m.

2. opaal (kleur):

opalene Farbe r.ż.

op·maak [ɔpmak] RZ. r.m. geen l.mn.

1. opmaak druk.:

Layout r.n.

2. opmaak (make-up):

Make-up r.n.
Schminke r.ż.

plaats <plaats|en> [plats] RZ. r.ż.

7. plaats:

Platz r.m.
Hof r.m.

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski